Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gaf·fel·an·ti·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gaffelantilopen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gaffelantilopenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gaffelantilope
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Antilocapridae   een familie van de evenhoevigen waarvan sinds de laatste ijstijd slechts één soort over is: de gaffelbok (Antilocapra americana). Ze zijn waarschijnlijk het nauwste verwant aan ofwel de hertachtigen (Cervidae), ofwel de girafachtigen (Giraffidae)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie