gaffelantilopen
- (IPA in voorbereiding)
- gaf·fel·an·ti·lo·pen
- samenstelling van gaffel zn en antilopen zn
- gaffelantilope zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffelantilopen | |
verkleinwoord |
de gaffelantilopen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gaffelantilope
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Antilocapridae een familie van de evenhoevigen waarvan sinds de laatste ijstijd slechts één soort over is: de gaffelbok (Antilocapra americana). Ze zijn waarschijnlijk het nauwste verwant aan ofwel de hertachtigen (Cervidae), ofwel de girafachtigen (Giraffidae)
- [2] gaffelbok
- Het woord 'gaffelantilopen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.