gaffelschoener
- gaf·fel·schoe·ner
- samenstelling van gaffel en schoener
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffelschoener | gaffelschoeners |
verkleinwoord | gaffelschoenertje | gaffelschoenertjes |
de gaffelschoener m
- (scheepvaart) gaffelgetuigde schoener
1. gaffelgetuigde schoener
- Het woord 'gaffelschoener' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.