• rond·hout
enkelvoud meervoud
naamwoord rondhout rondhouten
verkleinwoord rondhoutje rondhoutjes

het rondhouto

  1. (scheepvaart) alle masten, stengen en ra's behorende tot de vaste uitrusting van een zeilschip
  2. een onbewerkt hout dat in de handel komt
  3. een rond stuk hout
83 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be