beleid
- be·leid
- geen meervoud, In de betekenis van ‘wijze van handelen’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleid | |
verkleinwoord | beleidje | beleidjes |
het beleid o
- een plan van aanpak voor het oplossen van problemen in de meest ruime zin
- Het is ons beleid om de werknemers ook mee te laten delen in de winst.
- ▸ Als reactie op deze epidemie wordt er door steeds meer bedrijven en overheden beleid gemaakt om mensen na een aantal jaar trouwe dienst verplicht op verlof te sturen.[3]
- Wij weten nog niet wat het zwartepietenbeleid gaat worden
- iets met beleid doen: pas iets doen nadat men eerst nagedacht heeft
- De impulsieve man deed niets met beleid.
|
1. een plan van aanpak voor het oplossen van problemen in de meest ruime zin
- Het woord beleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beleid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "beleid" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ beleid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be