gezondheidsbeleid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gezondheidsbeleido

  1. alle maatregelen die een overheid neemt om de gezondheidstoestand van de bevolking te optimaliseren
    • Gemeenten brengen de komende weken opnieuw de gezondheid van Nederlanders in kaart. Ongeveer 750.000 mensen van 19 jaar en ouder krijgen een lijst van de GGD met vragen over onder meer ziekten en aandoeningen, roken, lichaamsbeweging en psychische problemen. Met de gegevens kunnen gemeenten hun gezondheidsbeleid bepalen. [1] 
    • 'Er wordt niet gediscussieerd met de branche over maatregelen die het gezondheidsbeleid kunnen beïnvloeden. Voor zover besprekingen plaatsvinden, hebben die te maken met de heffingstechniek, maar niet met de hoogte van de accijnzen.' [2] 
    • Het Nationaal Voedingsdebat heeft Enschede en Winterswijk beide genomineerd voor de titel van best presterende gemeenten in gezondheidsbeleid. De andere drie genomineerde gemeenten zijn Amersfoort, Den Haag en Vaals. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen