arbeidsmarktbeleid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·markt·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsmarktbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het arbeidsmarktbeleido

  1. de maatregelen die de overheid neemt op het gebied van vraag en aanbod van betaald werk
    • Traditioneel bestaat arbeidsmarktbeleid uit vier onderdelen: scholing, plaatsingsbevorderende maatregelen, werkgelegenheidsverruimende en werkervaringsmaatregelen, en bemiddeling. [1] 
    • ‘Oldenzaal aan de Slag!’ is een gezamenlijk initiatief van lokale werkgevers en de gemeente. Samen willen ze proberen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. De vereniging wil vooral draagvlak creëren bij andere werkgevers voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook is het een platform voor gestructureerd overleg met de gemeente over arbeidsmarktbeleid. [2] 
    • „Steeds meer mensen uit Twente werken in Duitsland en rijden dagelijks naar Duitsland. Voor deze mensen kan het niet meer lonend zijn om daar te gaan werken”, zo schrijft het CDA in een brief aan het college. De partij vreest voor een afbraak van het arbeidsmarktbeleid waarbij het college de afgelopen jaren heel gericht naar Duitsland heeft gekeken. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen