Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doof·pot·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doofpotbeleid -
verkleinwoord doofpotbeleidje doofpotbeleidjes

Zelfstandig naamwoord

het doofpotbeleido

  1. 'beleid' dat er op neer komt dat elke fout van een organisatie in de doofpot belandt
    • "Wat ik helaas had verwacht komt uit. Medisch Centrum Twente wordt beloond voor doofpotbeleid", zegt Drost. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen