Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: alpen

De Alpen uit de ruimte gezien.

Nederlands

demoniem
inwoner
bijvoeglijk alpien
Uitspraak
Woordafbreking
  • Al·pen
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord - Alpen
verkleinwoord - -

Eigennaam

[A] Alpen mv

  1. (toponiem: gebergte) gebergte dat Italië van de rest van Europa scheidt
     In mijn jeugd trokken we elke zomer met vier gezinnen door de bergen. Acht ouders (die de ‘oude takken’ werden genoemd) met tien kinderen tussen de acht en dertien jaar. We verzamelden in de Franse Alpen en lieten de auto’s achter, behalve een Renault 4 Station F4.[3]
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord Alpen -
verkleinwoord - -

Eigennaam

[B] Alpen o

  1. plaats in het district Wesel in Noord-Rijnland-Westfalen, Duitsland

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Schauenberg, D.
    Geschichte op website: alpen.de
    (Duits); geraadpleegd 2019-11-30
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  


Alemannisch

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Duits

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Fries

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Indonesisch

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Javaans

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Luxemburgs

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Nedersaksisch

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Noord-Fries

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie


Saterfries

Uitspraak

Eigennaam

Alpen

  1. (toponiem) Alpen

Meer informatie