• woor·den·boek
enkelvoud meervoud
naamwoord woordenboek woordenboeken
verkleinwoord woordenboekje woordenboekjes

het woordenboeko

  1. (taalkunde) een boek waarin de woorden en uitdrukkingen van een taal zijn gerangschikt met hun grammatische eigenschappen, gebruiksmogelijkheden, betekenissen of vertalingen
    • Kunt u mij dat woordenboek uit de boekenkast even aangeven? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


woordenboek

  1. woordenboek


woordenboek

  1. woordenboek