pocketwoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poc·ket·woor·den·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pocketwoordenboek pocketwoordenboeken
verkleinwoord pocketwoordenboekje pocketwoordenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het pocketwoordenboeko

  1. een klein handzaam woordenboek met een slappe kaft
    • Prisma en van Dale zijn bekende uitgevers van pocketwoordenboeken. 

Gangbaarheid