Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: vla'sVlas
  • vlas
enkelvoud meervoud
naamwoord vlas -
verkleinwoord vlasje vlasjes

het vlaso

  1. (plantkunde) Linum usitatissimum   gewas dat verbouwd wordt voor de productie van linnen en lijnzaadolie
  2. (textielindustrie) vezels die uit Linum usitatissimum   worden gewonnen en het daaruit gesponnen draad
vervoeging van
vlassen

vlas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlassen
    • Ik vlas. 
  2. gebiedende wijs van vlassen
    • Vlas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlassen
    • Vlas je? 
94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  • [1] vlas in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] vlas op Wikidata  


  • vlas
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *volsъ

vlas m

  1. (anatomie) haar, hoofdhaar; uitgroeisel van het epidermis dat delen van het hoofd bedekt
  • husté vlasy mmv – dik haar
  • kučeravé vlasy mmv – krullend haar
  • mokré vlasy mmv – nat haar
  • šedivé vlasy mmv – grijs haar
  • tmavé vlasy mmv – donker haar


  • vlas
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *volsъ

vlas monbezield

  1. (anatomie) haar; uitgroeisel van het epidermis bij zoogdieren die delen van of het gehele lichaam bedekken
    «Průměrná tloušťka lidského vlasu je 60 mikrometrů.»
    De gemiddelde dikte van een mensenhaar is 60 micrometer.
  2. (figuurlijk) haar; een kleine afstand
    «Lučištník vystřelil šíp a svůj cíl minul, ale jen o vlas
    De boogschutter schoot zijn pijl en miste zijn doel op een haar.
  1. pačesy mv
  2. vlásek monbezield, chlup monbezield, (spreektaal) fous monbezield
  • černé vlasy monbezieldmv – zwart haar
  • česat si vlasy – zich het haar kammen
  • barvit si vlasy / nabarvit si vlasy – zich het haar verven
  • o vlas – op een haar na
  • padání vlasů ohaaruitval
  • stříhat si vlasy / ostříhat si vlasy – zich het haar knippen
  • šedivé vlasy monbezieldmv – grijs haar