• (IPA in voorbereiding)
  • vlas·do·lik
enkelvoud meervoud
naamwoord vlasdolik
verkleinwoord

de vlasdolikv / m [1] [2]

  1. (bloemplanten) Lolium remotum   een eenjarig, tot 60 cm groot wordend gras. De Vlasdolik dankt de naam aan haar aanwezigheid op de vlas- en serradelle-akkers. Het geelgroene gras heeft dunne, zwakke min of meer rechtopstaande stengels, die bovenaan ruw zijn. De bladscheden zijn glad, de bladschijven 2-3 mm breed, vlak, glad maar soms ruw. De 7-10 mm lange aartjes zijn 4-8-bloemig, heldergroen, staan boven dicht bijeen, beneden verder uiteen