Tarweveld in Noord-Israël
  • (IPA in voorbereiding)
  • gras·sen·fa·mi·lie
enkelvoud meervoud
naamwoord grassenfamilie grassenfamilies
verkleinwoord grassenfamilietje grassenfamilietjes

de grassenfamiliev

  1. (bloemplanten) een van de soortenrijkste plantenfamilies (Gramineae   of Poaceae  , beide namen zijn toegestaan) van de bedektzadigen: de familie omvat ongeveer 12.000 soorten. Leden van deze familie komen op alle werelddelen voor. Zelfs op Antarctica groeien soorten van het geslacht smele. Grassen behoren tot de eenzaadlobbigen en hebben een vrij karakteristiek bouwplan