Nederlands

 
kweekgras
Uitspraak
Woordafbreking
  • kweek·gras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kweekgras kweekgrassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kweekgras o [1]

  1. (plantkunde) Elytrigia   een geslacht uit de grassenfamilie (Poaceae)
     «Ja, ik moet het mij duidelijk zien te maken en het doordenken», dacht hij, terwijl hij strak naar het welige gras keek dat vlak voor hem stond en de bewegingen volgde van een groen kevertje, dat langs een halm van het kweekgras naar boven klom en hierbij werd gehinderd door een blad van een wol bal.[2]
     Glyfosaat is een relatief goedkope en bijzonder effectieve onkruidverdelger. Zelfs het hardnekkigste onkruid legt het loodje. Volgens boeren is het uitermate effectief tegen kweekgras en hoefblad, vervelende wortel-onkruiden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  3.   Weblink bron
    Stephan Vegelien en Harro Brouwer
    “Mag deze omstreden onkruidverdelger nog na vandaag?” (09-11-2017), NOS