naaldaar
- (IPA in voorbereiding)
- naald·aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naaldaar | naaldaren |
verkleinwoord | naaldaartje | naaldaartjes |
- (bloemplanten) een geslacht Setaria uit de grassenfamilie (Poaceae ). De soorten komen voor in vrijwel de hele wereld. De botanische naam is afgeleid van het Latijns seta ("haar" of "stoppel") en verwijst naar de borstelige aren van deze soorten
- Het woord 'naaldaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.