parelgras
- (IPA in voorbereiding)
- pa·rel·gras
- samenstelling van parel en gras zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parelgras | parelgrassen |
verkleinwoord | parelgrasje | parelgrasjes |
- (bloemplanten) een geslacht Melica van planten uit de grassenfamilie (Poaceae ) en omvat ongeveer 96 soorten. Parelgrassen zijn vaste planten, die pollen of losse zoden vormen, vaak met ondergrondse uitlopers. De bladeren zijn vlak of gevouwen en tot 30 cm lang. De halmen worden tot 100 cm lang. De knopen zijn meestal kaal. De bloeiwijze is trosvormig of weinig vertakt met een niet opgeblazen as
- Het woord 'parelgras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.