• tros·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen trosvormig trosvormiger trosvormigst
verbogen trosvormige trosvormigere trosvormigste
partitief trosvormigs trosvormigers -

trosvormig

  1. vorm van een tros hebbend
    • De bloem van de gewone boon is trosvormig, en de bloei vindt plaats van juni tot september. .