Nederlands

 
kweldergras
Uitspraak
Woordafbreking
  • kwel·der·gras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kweldergras kweldergrassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kweldergras o [1]

  1. diverse grassoorten die groeien op onbedijkt drasland dat bij regelmaat blootstaat aan overstroming door zeewater bij hoog tij of stormvloed
     Vlak bij open zee groeiden kweldergras en zilte schijnspurrie, in de spleten viltganzerik en driekleurig viooltje.[2]
  2. (plantkunde) Puccinellia   een geslacht uit de grassenfamilie Poaceae  
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723