WikiWoordenboek

helm

  • helm
  • [1] In de betekenis van ‘hoofddeksel’ voor het eerst aangetroffen in 1080 [1]
  • [2] In de betekenis van ‘duinplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500 [1] [2] [3] [4] [5]
  • Van het Protogermaanse *helmaz
1 enkelvoud meervoud
naamwoord helm helmen
verkleinwoord helmpje helmpjes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord helm -
verkleinwoord - -

helm

  1. m; (hoofddeksel) beschermend hoofddeksel
    ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.[6]
    ▸ Om het aantal fietsslachtoffers te verminderen, wil minister Madlener dat over tien jaar ongeveer een kwart van de Nederlanders een helm draagt. Nu is dat nog maar 4 procent.[7]
  2. v/m (bloemplanten) Ammophila arenaria op Wikispecies een vaste plant, die tot de grassenfamilie (Poaceae op Wikispecies) behoort. Het is een pioniersplant die belangrijk is bij de vorming van duinen. De plant produceert lange wortelstokken en waar deze wortelstokken met licht in aanraking komen ontstaat een nieuwe spruit
  • Met de helm (op) geboren zijn
de toekomst kunnen voorspellen
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]
  • [2] helm op Wikidata op Wikidata
  • [2] helm op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=helm&oldid=5280664"