blauwgras
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·gras
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauw en gras zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwgras | blauwgrassen |
verkleinwoord | blauwgrasje | blauwgrasjes |
Zelfstandig naamwoord
het blauwgras o
- (bloemplanten) Sesleria albicans plant die op de Nederlandse Rode lijst van planten staat als 'uit Nederland verdwenen'. De plant is in Nederland voor het laatst gezien in het wild in 1986. De soort komt nog wel elders in Europa voor, zoals in Noord-Ierland, Duitsland en België. Blauwgras wordt gekweekt en in siertuinen aangeplant, vaak in rotstuintjes
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwgras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.