Rotstuin van Botanische tuin Fort Hoofddijk, Universiteit Utrecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rots·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotstuin rotstuinen
verkleinwoord rotstuintje rotstuintjes

Zelfstandig naamwoord

de rotstuinm

  1. (tuinieren) tuin met rotspartijen en rotsplanten
    • Maart is een goede tijd om een rotstuin aan te leggen. 
     De tuin heeft ondanks de vijver, rotstuin en borders genoeg gras voor een potje voetbal.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bernard Hulsman
    “Slapen in beroemde villa” (29 september 2012) op nrc.nl