dolik
- do·lik
- in het Middelnederlands afgeleid van dol bn met het achtervoegsel -ik, omdat het dieren die ervan graasde in een roes bracht, aantroffen vanaf 1305 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dolik | - |
verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) naam voor sommige soorten gras uit het geslacht Lolium
- in het bijzonder: naam voor Lolium temulentum
- [1] raaigras
- Het woord dolik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dolik" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
7 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dolik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be