lijnzaad

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijn·zaad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijnzaad lijnzaden
verkleinwoord lijnzaadje lijnzaadjes

Zelfstandig naamwoord

het lijnzaado

  1. (plantkunde) zaad van vlas Linum usitatissimum  , m.n. gebruikt om olie uit te winnen.
    • Uit lijnzaad wordt lijnzaadolie gewonnen, waarmee houten meubels geolied kunnen worden. 
    • lijnzaad wordt gekookt als veevoeding; ook voor menselijke (laxatieve) consumptie. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be