vlasaard
- vlas·aard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlasaard | vlasaards |
verkleinwoord | vlasaardje | vlasaardjes |
de vlasaard m
- (landbouw) met vlas (Linum usitatissimum ) bebouwd stuk grond
- Het woord vlasaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlasaard" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be