Een prei.
  • prei
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort look’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1226 [1]
vroegste Middelnederlandse vorm poret via Oudfrans uit Latijn 'porrum'[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord prei preien
verkleinwoord preitje preitjes

de preiv / m

  1. (plantkunde) plant Allium porrum  
    (wikidata: prei  )
  2. (groente) eetbare bladeren van Allium porrum  
    (wikidata: prei  )
    • Onze hele familie vindt prei heerlijk. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]


prei

  1. spelen