pret
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pret
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pret | - |
verkleinwoord | pretje | pretjes |
Zelfstandig naamwoord
- een genoeglijke en vrolijke ervaring
- De kinderen hadden dikke pret in de verse sneeuw.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pret" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "pret" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pret op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Lets
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van pretim "tegenovergesteld"
Voorzetsel
pret
West-Vlaams
Zelfstandig naamwoord
pret