ademen
- Geluid: ademen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈadəmə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈa.də.mə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈa.də.mə(n)/
- ade·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ademen |
ademde |
geademd |
zwak -d | volledig |
ademen
- inergatief (biologie) de voor het leven nodige lucht inzuigen en weer uitdrijven
- overgankelijk inademen
- Mensen met astma ademen meer lucht.
- inergatief, (textiel) genoeg verse lucht krijgen (m.n. van kledingstukken)
- De stof van de kleding moet kunnen ademen.
|
1. de voor het leven nodige lucht inzuigen en weer uitdrijven
- Het woord ademen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ademen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
ademen