• her·ade·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herademen
herademde
herademd
zwak -d volledig

herademen

  1. inergatief niet langer van schrik of angst de adem inhouden
    • Zij herademden toen bleek dat het allemaal goed afgelopen was. 
73 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be