ademloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- adem·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ademloos | ademlozer | ademloost |
verbogen | ademloze | ademlozere | ademlooste |
partitief | ademloos | ademlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ademloos
- erg stil of zelfs zonder adem te halen
- Na het vuur daalde er een ademloze stilte neer.
- geboeid
Vertalingen
1. erg stil of zelfs zonder adem te halen
Bijwoord
ademloos
- op ademloze wijze
- De kinderen zaten ademloos te luisteren.
Gangbaarheid
- Het woord ademloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ademloos" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be