Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·boeid
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: boeien…
verbogen vorm: geboeide

geboeid

  1. voltooid deelwoord van boeien
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geboeid geboeider geboeidst
verbogen geboeide geboeidere geboeidste
partitief geboeids geboeiders -

Bijvoeglijk naamwoord

geboeid

  1. veel aandacht en interesse voor iets of iemand hebben
  2. van een persoon dat de handen en/of voeten aan elkaar gebonden zijn zodat die persoon in zijn bewegingen is beperkt
    • De geboeide gevangene is naar een andere gevangenis gebracht. 
     Maar Harald? Ontvoerde landgenoten, geboeid bij een graf, neerschieten? Of hoe die rechtse partijgangers het in de praktijk ook aanpakten.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be