voeten
- voe·ten
de voeten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voet
- ▸ Bezorgd en koud wikkelde ik mijn regenjas om mijn voeten in de hoop droog te blijven.[1]
- lotusvoeten, platvoeten, sleepvoeten, spillevoeten, stampvoeten, vrijersvoeten, wintervoeten, zweetvoeten
- over de eigen voeten struikelen
- de voeten uithangen
- de voeten vegen aan
- met de voeten spelen
- met de voeten treden
- met voeten treden
- onder de voeten geven
- Het woord voeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voeten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be