WikiWoordenboek:Lijst 2015 Spellingwet/65

  1. ver
  2. ver-van-mijn-bedshow
  3. veraangenamen
  4. veracht
  5. verachten
  6. verachtvoudigen
  7. verademen
  8. verademing
  9. veraf
  10. verafgelegen
  11. verafgoden
  12. verafschuwen
  13. veralgemenen
  14. veralgemening
  15. veralgemeniseren
  16. veralgemenisering
  17. veranda
  18. veranderbaar
  19. veranderen
  20. verandering
  21. veranderingsproces
  22. veranderlijk
  23. veranderproces
  24. verankeren
  25. verankering
  26. verantwoord
  27. verantwoordelijk
  28. verantwoordelijke
  29. verantwoordelijkheid
  30. verantwoordelijkheidsbesef
  31. verantwoordelijkheidsgevoel
  32. verantwoordelijkheidszin
  33. verantwoorden
  34. verantwoording
  35. verantwoordingsplicht
  36. verarmen
  37. verassen
  38. verassing
  39. verbaal
  40. verbaasd
  41. verbalisant
  42. verbaliseren
  43. verbalisme
  44. verband
  45. verbannen
  46. verbasterd
  47. verbastering
  48. verbatim
  49. verbazen
  50. verbazend
  51. verbazing
  52. verbazingwekkend
  53. verbeeld
  54. verbeelden
  55. verbeelding
  56. verbeeldingskracht
  57. verbeiden
  58. verbergen
  59. verbeten
  60. verbeterbaar
  61. verbeteren
  62. verbetering
  63. verbeterpunt
  64. verbetervoorstel
  65. verbeurdverklaren
  66. verbeuren
  67. verbieden
  68. verbijsterd
  69. verbijsteren
  70. verbijstering
  71. verbijten
  72. verbijzonderen
  73. verbinden
  74. verbinding
  75. verbindings-s
  76. verbindingsmiddel
  77. verbintenis
  78. verbitterd
  79. verbleken
  80. verblijd
  81. verblijden
  82. verblijf
  83. verblijfadres
  84. verblijfkosten
  85. verblijfplaats
  86. verblijfsadres
  87. verblijfscentrum
  88. verblijfsduur
  89. verblijfsgatregel
  90. verblijfskosten
  91. verblijfsstatus
  92. verblijfsvergunning
  93. verblijven
  94. verblikken
  95. verblind
  96. verblinden
  97. verblozen
  98. verbluffen
  99. verbluffend
  100. verbluft
  101. verbod
  102. verboden
  103. verboeren
  104. verbolgen
  105. verbond
  106. verbonden
  107. verbondenheid
  108. verborgen
  109. verbositeit
  110. verbouw
  111. verbouwen
  112. verbouwereerd
  113. verbouwing
  114. verbouwingswerkzaamheden
  115. verbrand
  116. verbranden
  117. verbranding
  118. verbrandingsproces
  119. verbrassen
  120. verbreden
  121. verbreding
  122. verbreed
  123. verbreid
  124. verbreiden
  125. verbreken
  126. verbreking
  127. verbrijzelen
  128. verbrodden
  129. verbroederingspolitiek
  130. verbrokkeling
  131. verbruid
  132. verbruien
  133. verbruik
  134. verbruiken
  135. verbruiksgoederen
  136. verbruikszaal
  137. verbuigen
  138. verbuiging
  139. verbum
  140. vercommercialiseren
  141. verdacht
  142. verdachte
  143. verdagen
  144. verdampen
  145. verdedigen
  146. verdediger
  147. verdediging
  148. verdedigingsfout
  149. verdedigingssysteem
  150. verdeel-en-heersstrategie
  151. verdeeld
  152. verdeeldheid
  153. verdeemoedigen
  154. verdelen
  155. verdeler
  156. verdelgen
  157. verdelger
  158. verdeling
  159. verdelingsvraagstuk
  160. verdenken
  161. verdenking
  162. verder
  163. verderaf
  164. verderf
  165. verderfelijk
  166. verdergaan
  167. verdergaand
  168. verderop
  169. verderzetten
  170. verdichten
  171. verdict
  172. verdiencapaciteit
  173. verdiend
  174. verdienen
  175. verdienste
  176. verdienstelijk
  177. verdiep
  178. verdiepen
  179. verdieping
  180. verdiepingsslag
  181. verdietsen
  182. verdikke
  183. verdikken
  184. verdisconteren
  185. verdoemd
  186. verdoemenis
  187. verdoen
  188. verdoezelen
  189. verdoezeling
  190. verdoffing
  191. verdoken
  192. verdomd
  193. verdomme
  194. verdommen
  195. verdonkeremanen
  196. verdoofd
  197. verdord
  198. verdorie
  199. verdorren
  200. verdorven
  201. verdoven
  202. verdoving
  203. verdraagbaar
  204. verdraagzaamheid
  205. verdraaid
  206. verdraaien
  207. verdraaiing
  208. verdrag
  209. verdragen
  210. verdragsmiddelen
  211. verdragsstaat
  212. verdriet
  213. verdrieten
  214. verdrietig
  215. verdrijven
  216. verdringen
  217. verdrinken
  218. verdroging
  219. verdubbelen
  220. verdubbeling
  221. verduidelijken
  222. verduidelijking
  223. verduisteren
  224. verduistering
  225. verdunnen
  226. verduren
  227. verduurzamen
  228. verduurzaming
  229. verduwen
  230. verdwaald
  231. verdwaasd
  232. verdwalen
  233. verdwijnen
  234. verdwijning
  235. verdwijntruc
  236. veredelen
  237. vereend
  238. vereenvoudigen
  239. vereenvoudiging
  240. vereenzelvigen
  241. vereeuwigen
  242. vereffenaar
  243. vereffenen
  244. vereffening
  245. vereffeningscommissie
  246. vereisen
  247. vereiste
  248. veren
  249. verend
  250. verenen
  251. verengelsen
  252. verengelsing
  253. verengen
  254. verenging
  255. verenigbaar
  256. verenigen
  257. vereniging
  258. verenkelen
  259. vereren
  260. verergeren
  261. verergering
  262. verering
  263. vererven
  264. verevenen
  265. verevening
  266. verexcuseren
  267. verf
  268. verfijnd
  269. verfijnen
  270. verfijning
  271. verfilmen
  272. verfilming
  273. verflensen
  274. verfomfaaid
  275. verfomfaaien
  276. verfraaien
  277. verfraaiing
  278. verfraaiingswerken
  279. verfransen
  280. verfrest
  281. verfrissen
  282. verfrissing
  283. verfrommelen
  284. vergaan
  285. vergaand
  286. vergaderen
  287. vergadering
  288. vergaderruimte
  289. vergaderzaal
  290. vergallen
  291. vergalopperen
  292. vergankelijkheid
  293. vergapen
  294. vergaren
  295. vergassen
  296. vergasten
  297. vergeeflijk
  298. vergeefs
  299. vergeet-mij-niet
  300. vergeetachtig
  301. vergeetachtigheid
  302. vergefelijk
  303. vergelden
  304. vergelen
  305. vergelijk
  306. vergelijkbaar
  307. vergelijken
  308. vergelijking
  309. vergemakkelijken
  310. vergen
  311. vergetelheid
  312. vergeten
  313. vergeven
  314. vergevensgezind
  315. vergeving
  316. vergevingsgezind
  317. vergevorderd
  318. vergewissen
  319. vergezellen
  320. vergezicht
  321. vergezocht
  322. vergiet
  323. vergieten
  324. vergif
  325. vergiffenis
  326. vergift
  327. vergiftig
  328. vergiftigen
  329. vergiftiging
  330. vergissen
  331. vergissing
  332. vergisten
  333. verglijden
  334. vergoden
  335. vergoeden
  336. vergoeding
  337. vergoedingssysteem
  338. vergoelijken
  339. vergoelijkend
  340. vergoelijking
  341. vergooien
  342. vergrendelen
  343. vergrendeling
  344. vergrijp
  345. vergrijzen
  346. vergrijzing
  347. vergroeiing
  348. vergroenen
  349. vergroot
  350. vergrootglas
  351. vergroten
  352. vergroting
  353. vergruizen
  354. verguizen
  355. verguld
  356. vergulden
  357. vergunnen
  358. vergunning
  359. vergunningaanvraag
  360. vergunningplicht
  361. vergunningplichtig
  362. vergunningsaanvraag
  363. vergunningsplicht
  364. vergunningsplichtig
  365. vergunningsstelsel
  366. vergunningstelsel
  367. vergunningsvoorwaarde
  368. vergunningsvrij
  369. vergunningvrij
  370. verhaal
  371. verhaallijn
  372. verhaasten
  373. verhakselen
  374. verhalen
  375. verhalenbundel
  376. verhandelen
  377. verhandeling
  378. verhangen
  379. verhard
  380. verharden
  381. verharding
  382. verheffen
  383. verheffend
  384. verhelderen
  385. verhelen
  386. verhelpen
  387. verhemelte
  388. verheugd
  389. verheugen
  390. verheven
  391. verhinderen
  392. verhit
  393. verhitten
  394. verhoeden
  395. verhoeren
  396. verhogen
  397. verhoging
  398. verholen
  399. verhoog
  400. verhoogd
  401. verhoor
  402. verhopen
  403. verhoren
  404. verhouden
  405. verhouding
  406. verhuis
  407. verhuisbedrijf
  408. verhuisbericht
  409. verhuizen
  410. verhuizer
  411. verhuizing
  412. verhullen
  413. verhuren
  414. verhuring
  415. verhuur
  416. verhuurbedrijf
  417. verhuurder
  418. verhuurster
  419. verificatie
  420. verificatiecommissie
  421. verifieerbaar
  422. verifiëren
  423. verijdelen
  424. vering
  425. verjaardag
  426. verjaardagfeest
  427. verjaardagkalender
  428. verjaardagscadeau
  429. verjaardagsfeest
  430. verjaardagskaart
  431. verjaardagskalender
  432. verjaardagstaart
  433. verjaardagswens
  434. verjaarspartij
  435. verjagen
  436. verjaren
  437. verjaring
  438. verkassen
  439. verkaveling
  440. verkavelingsproject
  441. verkazen
  442. verkeer
  443. verkeerd
  444. verkeerdelijk
  445. verkeersagent
  446. verkeersbarometer
  447. verkeersboete
  448. verkeersbord
  449. verkeersbrigadiertje
  450. verkeerscrimineel
  451. verkeersdichtheid
  452. verkeersexamen
  453. verkeersgebruiker
  454. verkeersintensiteit
  455. verkeerslicht
  456. verkeersmeubilair
  457. verkeersongeluk
  458. verkeersongeval
  459. verkeerspunt
  460. verkeerssignaal
  461. verkeerssituatie
  462. verkeersslachtoffer
  463. verkeersspecialist
  464. verkeersstroom
  465. verkeerstunnel
  466. verkeersveiligheid
  467. verkeersvoorlichting
  468. verkennen
  469. verkenning
  470. verkeren
  471. verkering
  472. verkieslijk
  473. verkiezen
  474. verkiezing
  475. verkiezingscampagne
  476. verkiezingsinkt
  477. verkiezingsissue
  478. verkiezingsprogramma
  479. verkiezingsstrijd
  480. verklanken
  481. verklappen
  482. verklaren
  483. verklaring
  484. verkleden
  485. verkleed
  486. verkleinen
  487. verkleinwoord
  488. verkleuren
  489. verkleuring
  490. verklikken
  491. verkloeken
  492. verkloten
  493. verkneukelen
  494. verknocht
  495. verknoeien
  496. verknopen
  497. verkocht
  498. verkoeverkamer
  499. verkondigen
  500. verkoop
  501. verkoopafdeling
  502. verkoopakte
  503. verkoopargument
  504. verkoopbureau
  505. verkoopcijfer
  506. verkoopcontract
  507. verkoopdatum
  508. verkoopdirecteur
  509. verkoopfactuur
  510. verkoopgesprek
  511. verkoopkanaal
  512. verkoopklaar
  513. verkoopleider
  514. verkoopmedewerker
  515. verkoopmethode
  516. verkoopopbrengst
  517. verkooporder
  518. verkooporganisatie
  519. verkoopovereenkomst
  520. verkoopprijs
  521. verkoopproces
  522. verkooppunt
  523. verkoopsakte
  524. verkoopsdirecteur
  525. verkoopsector
  526. verkoopsgesprek
  527. verkoopsmedewerker
  528. verkoopsovereenkomst
  529. verkoopsprijs
  530. verkoopsproces
  531. verkoopstand
  532. verkoopsteam
  533. verkoopster
  534. verkoopstrategie
  535. verkoopsucces
  536. verkoopsvoorwaarden
  537. verkoopteam
  538. verkooptechniek
  539. verkooptruc
  540. verkoopvoorwaarden
  541. verkoopwaarde
  542. verkopen
  543. verkoper
  544. verkoping
  545. verkort
  546. verkorten
  547. verkorting
  548. verkouden
  549. verkoudheid
  550. verkozene
  551. verkrachten
  552. verkrachting
  553. verkrijgbaar
  554. verkrijgen
  555. verkrijging
  556. verkrijgingsprijs
  557. verkwanselen
  558. verkwisten
  559. verlaat
  560. verladen
  561. verlader
  562. verlading
  563. verlagen
  564. verlaging
  565. verlammen
  566. verlangen
  567. verlanglijst
  568. verlaten
  569. verlating
  570. verleasen
  571. verleden
  572. verlegen
  573. verlegenheid
  574. verleggen
  575. verlegging
  576. verleidelijk
  577. verleiden
  578. verleider
  579. verleiding
  580. verlekkerd
  581. verlenen
  582. verlener
  583. verlengde
  584. verlengen
  585. verlenging
  586. verlengkabel
  587. verlengsnoer
  588. verlening
  589. verleren
  590. verlet
  591. verletten
  592. verlicht
  593. verlichten
  594. verlichting
  595. verlichtingsdenken
  596. verliefd
  597. verliefdheid
  598. verlies
  599. verlies-en-winstrekening
  600. verlieslatend
  601. verlieslijdend
  602. verliezen
  603. verliezer
  604. verliggen
  605. verlijden
  606. verlijmen
  607. verlinken
  608. verloden
  609. verloederen
  610. verloedering
  611. verlof
  612. verlofaanvraag
  613. verlofdag
  614. verlofkaart
  615. verlonen
  616. verloning
  617. verloochenen
  618. verloofd
  619. verloofde
  620. verloop
  621. verlopen
  622. verloren
  623. verloskundige
  624. verloskundigenpraktijk
  625. verlossen
  626. verlosser
  627. verloten
  628. verloting
  629. verloven
  630. verloving
  631. verluchten
  632. verluchting
  633. verluiden
  634. vermaak
  635. vermaan
  636. vermaard
  637. vermageren
  638. vermaken
  639. vermaledijd
  640. vermalen
  641. vermanen
  642. vermaning
  643. vermannen
  644. vermarkten
  645. vermarkting
  646. vermassacreren
  647. vermeend
  648. vermeerderen
  649. vermeerdering
  650. vermeien
  651. vermeld
  652. vermelden
  653. vermeldenswaard
  654. vermeldenswaardig
  655. vermelding
  656. vermengen
  657. vermenigvuldigen
  658. vermenigvuldiging
  659. vermetel
  660. vermeten
  661. vermicelli
  662. vermicellisoep
  663. vermijdbaar
  664. vermijden
  665. vermiljoen
  666. verminderen
  667. vermindering
  668. verminken
  669. verminking
  670. vermissen
  671. vermissing
  672. vermiste
  673. vermits
  674. vermoed
  675. vermoedelijk
  676. vermoeden
  677. vermoeid
  678. vermoeidheid
  679. vermoeidheidssyndroom
  680. vermoeien
  681. vermoeiend
  682. vermoeiing
  683. vermoeilijken
  684. vermogen
  685. vermogendheid
  686. vermolmd
  687. vermolmen
  688. vermommen
  689. vermoord
  690. vermoorden
  691. vermorsen
  692. vermout
  693. vermurwen
  694. vernachelen
  695. vernagelen
  696. vernederen
  697. vernedering
  698. vernederlandsen
  699. vernemen
  700. verneuken
  701. verneukeratief
  702. vernielen
  703. vernieling
  704. vernietigen
  705. vernietiging
  706. vernieuwbouw
  707. vernieuwen
  708. vernieuwend
  709. vernieuwing
  710. vernis
  711. vernissage
  712. vernissen
  713. vernoemen
  714. vernuft
  715. vernuftig
  716. veronachtzamen
  717. veronderstellen
  718. veronderstelling
  719. verondiepen
  720. verongelukken
  721. verontreinigen
  722. verontreiniging
  723. verontrust
  724. verontrusten
  725. verontrustend
  726. verontschuldigen
  727. verontschuldiging
  728. verontwaardigd
  729. verontwaardigen
  730. verontwaardiging
  731. veroordeelde
  732. veroordelen
  733. veroordeling
  734. veroorloven
  735. veroorzaken
  736. verorberen
  737. verordenen
  738. verordening
  739. verordonneren
  740. verouderd
  741. verouderen
  742. veroudering
  743. veroveraar
  744. veroveren
  745. verovering
  746. verpachten
  747. verpakken
  748. verpakking
  749. verpakkingsmateriaal
  750. verpanden
  751. verpersoonlijken
  752. verpesten
  753. verpieteren
  754. verplaatsen
  755. verplaatsing
  756. verplaatsingskosten
  757. verplanten
  758. verpleeghuis
  759. verpleegkunde
  760. verpleegkundige
  761. verpleegster
  762. verpleegtehuis
  763. verplegen
  764. verpleger
  765. verpleging
  766. verpletteren
  767. verplicht
  768. verplichten
  769. verplichting
  770. verpoten
  771. verpotten
  772. verpozen
  773. verpraten
  774. verprutsen
  775. verraad
  776. verraden
  777. verrader
  778. verraderlijk
  779. verramsjen
  780. verrassen
  781. verrassend
  782. verrassing
  783. verrassingsfeest
  784. verrast
  785. verre
  786. verrechtvaardigen
  787. verregaand
  788. verreikend
  789. verreizen
  790. verrek
  791. verrekenbaar
  792. verrekenen
  793. verrekening
  794. verrekijker
  795. verrekken
  796. verrekking
  797. verrekt
  798. verreweg
  799. verricht
  800. verrichten
  801. verrichting
  802. verrijdbaar
  803. verrijden
  804. verrijken
  805. verrijking
  806. verrijzen
  807. verrijzenis
  808. verrimpeld
  809. verrimpelen
  810. verrine
  811. verroeren
  812. verroest
  813. verroesten
  814. verroken
  815. verrollen
  816. verrommelen
  817. verrommeling
  818. verrot
  819. verrotten
  820. verruilen
  821. verruimen
  822. verruiming
  823. verrukkelijk
  824. verrukking
  825. verrukt
  826. verruïneren