verflensen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verflensen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·flen·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘slap worden’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
- afgeleid van flensen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verflensen |
verflenste |
verflenst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verflensen
- het slap worden en wegteren, meestal van afgesneden plantenmateriaal door uitdroging
- De bloemen waren reeds verflenst.
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord verflensen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.