Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slen·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verslensen
verslenste
verslenst
zwak -t volledig

Werkwoord

verslensen

  1. het slap worden en wegteren, meestal van afgesneden plantenmateriaal door uitdroging
    • De bloemen waren reeds verslenst. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

15 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be