verdediger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdediger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·de·di·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verdedigen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdediger | verdedigers |
verkleinwoord | verdedigertje | verdedigertjes |
Zelfstandig naamwoord
de verdediger m
- iemand die verdedigt
- Een advocaat is de verdediger van de beschuldigde.
- (sport) iemand die aan de achterzijde van het speelveld tracht te voorkomen dat er gescoord wordt
Antoniemen
Hyponiemen
- centrumverdediger, doelverdediger, flankverdediger, landsverdediger, mensenrechtenverdediger, titelverdediger, vleugelverdediger, mandekker
Gangbaarheid
- Het woord verdediger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdediger" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be