verblijfsvergunning

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·blijfs·ver·gun·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verblijfsvergunning verblijfsvergunningen
verkleinwoord verblijfsvergunninkje verblijfsvergunninkjes

Zelfstandig naamwoord

de verblijfsvergunningv

  1. de toestemming voor iemand die geen staatsburger is om langere tijd in een land te mogen verblijven.
    • Alle illegalen kregen een verblijfsvergunning zodat ze in het land konden blijven. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid