Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·drag
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘overeenkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1483 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord verdrag verdragen
verkleinwoord verdragje verdragjes

Zelfstandig naamwoord

het verdrago

  1. (juridisch) een wettelijk wederzijds bindende overeenkomst tussen twee of meer staten
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen