verdubbeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdubbeling (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈdʏbəlɪŋ/
Woordafbreking
- ver·dub·be·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verdubbelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdubbeling | verdubbelingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de verdubbeling v
- twee keer zoveel worden
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord verdubbeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.