Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·meend
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vermenen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend
onverbogen vermeend
verbogen vermeende
partitief vermeends

Bijvoeglijk naamwoord

vermeend

  1. wat ten onrechte gehouden wordt voor
    • Hij zwijgt uit vermeende solidariteit. 
  2. wat aangenomen wordt, maar niet bewezen is
    • Er is geen bewijs gevonden tegen de vermeende oorlogsmisdadigers. 
Synoniemen
Opmerkingen
  • Wegens de onduidelijkheid die de twee betekenissen teweegbrengen wordt de tweede betekenis ook wel geformuleerd als in 'de (al dan niet vermeende) oorlogsmisdadigers', dus door de tweede betekenis niet te gebruiken, maar op basis van de eerste betekenis te omschrijven.

Werkwoord

vervoeging van: vermenen…
verbogen vorm: vermeende

vermeend

  1. voltooid deelwoord van vermenen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen