vergadering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergadering (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈɣadərɪŋ / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vərˈχadəˌrɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vərˈɣadəˌrɪŋ/
Woordafbreking
- ver·ga·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vergaderen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergadering | vergaderingen |
verkleinwoord | vergaderingetje | vergaderingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de vergadering v
- een georganiseerde bijeenkomst voor bespreking en overleg
- Door zijn toedoen ging de vergadering een half uur later van start.
- ▸ ‘Ik woon in Maastricht en werk in Den Haag. Gisteren hadden we tot laat een vergadering in Utrecht en daarna heb ik in een hotel overnacht. Nu wil ik naar huis. Dat kan gelukkig gewoon, ondanks de genomen maatregelen, de treinen rijden.[1]
- ▸ Maar na een week in de woestijn en 5.000 dollar lichter, zit je vaak gewoon weer op maandagochtend op kantoor in een vergadering over targets.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. een georganiseerde bijeenkomst voor bespreking en overleg
Gangbaarheid
- Het woord vergadering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergadering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Charlotte Huisman“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be