Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lies·lij·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verlieslijdend verlieslijdender verlieslijdendst
verbogen verlieslijdende verlieslijdendere verlieslijdendste
partitief verlieslijdends verlieslijdenders -

Bijvoeglijk naamwoord

verlieslijdend

  1. van een bedrijf of deel van een bedrijf dat de kosten hoger zijn dan de inkomsten
    • En wat meer is, de groei is er een beetje uit bij Twitter. De concurrentie groeit echter wel stevig door. En groei is juist een levensvoorwaarde. Want voorlopig is Twitter nog steeds zwaar verlieslijdend. Alleen veel gebruikers kunnen voor de broodnodige inkomsten zorgen, bijvoorbeeld reclamegelden. [1] 
    • De warenhuizen van V&D waren al jaren verlieslijdend. In het laatste niet afgeronde boekjaar, van februari tot en met november vorig jaar, dook de keten bijna 49 miljoen euro in de rode cijfers. Restaurantketen La Place maakte wel winst, met een bedrijfsresultaat van dik 1 miljoen euro, blijkt uit het verslag. [2] 
    • Het betreft de tweede ronde van een reorganisatie, waarbij in totaal 300 banen verdwijnen. In totaal wil het MST twaalf procent van zijn 3.750 personeelsleden (ca. 2.945 FTE) kwijt. Dat moet, omdat het ziekenhuis verlieslijdend is. Over 2016 eindigde het MST 17 miljoen in het rood. [3] 
Synoniemen
Antoniemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia Leo Roggeveen 06-10-15 Oprichter mag Twitter uit slop trekken
  2. Tubantia 09-03-16, Schuldenberg V&D zeker 100 miljoen euro
  3. Tubantia Gerben Kuitert 08-06-17 Vakbonden: geen gedwongen ontslagen bij MST