oven
Niet te verwarren met: Oven |
- oven
- van Middelnederlands oven, in de betekenis van ‘plaats om te bakken’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oven | ovens |
verkleinwoord | oventje | oventjes |
de oven m
- (huishouden) (kookkunst) besloten ruimte die verhit wordt om er voorwerpen in te smelten, te bakken enz
- U kunt de kant-en-klaarmaaltijd zo in de oven doen.
1. besloten ruimte die verhit wordt om er voorwerpen in te smelten, te bakken enz.
- Het woord oven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "oven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- oven
- uit het Nederlands "oven"
oven
oven m