Nederlands

 
ovenplaten
Uitspraak
Woordafbreking
  • oven·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ovenplaat ovenplaten
verkleinwoord ovenplaatje ovenplaatjes

Zelfstandig naamwoord

de ovenplaatv / m

  1. (huishouden) ijzeren plaat waarop het deeg gelegd wordt dat in de oven moet bakken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be