ovenpaal
- oven·paal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ovenpaal | ovenpalen |
verkleinwoord | ovenpaaltje | ovenpaaltjes |
de ovenpaal m
- platte houten schop met lange steel waarmee brood in een bakkersoven wordt geschoven en eruit wordt gehaald
1. paal waarmee brood in en uit de oven gehaald wordt
- Het woord ovenpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.