Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·pel·oven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koepeloven koepelovens
verkleinwoord koepeloventje koepeloventjes

Zelfstandig naamwoord

de koepelovenm

  1. (techniek) een (vat)schacht met een bepaalde diameter die met cokes (gietcokes genaamd), kalksteen, ruwijzer, en ijzerschroot wordt volgestort voor de bereiding van ruwijzer
    • Met een koepeloven kunnen hoge temperaturen bereikt worden. 

Gangbaarheid

Meer informatie