december
Niet te verwarren met: December |
- de·cem·ber
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘twaalfde maand’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Komt van het Latijn mensis December (de tiende maand, met het voorvoegsel deca-). Het Romeinse jaar begon oorspronkelijk met de maand maart, waardoor december dus de tiende maand is.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | december | decembers |
verkleinwoord | - | - |
de december m
- (tijdrekening) de twaalfde en tevens laatste maand van het jaar
- In december valt er meestal sneeuw.
Maanden in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januari | februari | maart | april | mei | juni | juli | augustus | september | oktober | november | december |
1. de twaalfde en tevens laatste maand van het jaar
- Het woord december staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "december" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "december" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
december g
Maanden in het Deens | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januar januari |
februar februari |
marts maart |
april april |
maj mei |
juni juni |
juli juli |
august augustus |
september september |
oktober oktober |
november november |
december december |
- december in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
december
Maanden in het Hongaars | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
január januari |
február februari |
március maart |
április april |
május mei |
június juni |
július juli |
augusztus augustus |
szeptember september |
október oktober |
november november |
december december |
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
Maanden in het Nedersorbisch | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Romaans: Slavisch: |
januar wezymski januari |
februar swěckowny februari |
měrc pózymski maart |
apryl jatšownik, nalětny april |
maj rozhelony mei |
junij smažki juni |
julij žnjojski juli |
awgust jacmjeński augustus |
september požnjenc september |
oktober winski, winowc oktober |
nowember młośny november |
december zymski december |
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
Maanden in het Oppersorbisch | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januar januari |
februar februari |
měrc maart |
apryl april |
meja mei |
junij juni |
julij juli |
awgust augustus |
september september |
oktober oktober |
nowember november |
december december |
- Ontleend aan het Nederlandse december en etymologisch gespeld.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
december | - |
december
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: desèmber.
Maanden in het Papiaments | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bonaire en Curaçao: Aruba: |
yanüari januari januari |
febrüari februari februari |
mart maart maart |
aprel april april |
mei mei mei |
yüni juni juni |
yüli juli juli |
ougùstùs augustus augustus |
sèptèmber september september |
oktober october oktober |
novèmber november november |
desèmber december december |
december m
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
Maanden in het Slowaaks | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
január januari |
február februari |
marec maart |
apríl april |
máj mei |
jún juni |
júl juli |
august augustus |
september september |
október oktober |
november november |
december december |
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
december
- december; de twaalfde en laatste maand van het jaar
december g
decembers | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | december | decembermånaden | decembermånader | decembermånaderna |
genitief | decembers | decembermånadens | decembermånaders | decembermånadernas |
Maanden in het Zweeds | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
januari januari |
februari februari |
mars maart |
april april |
maj mei |
juni juni |
juli juli |
augusti augustus |
september september |
oktober oktober |
november november |
december december |