bocht
- bocht
- [A] Naamwoord van handeling van buigen ww met het achtervoegsel -t, in de betekenis van ‘kromming’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1] [2] [3]
- [B] van Middelnederlands becht / bacht "drek" [4] [5]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bocht | bochten |
verkleinwoord | bochtje | bochtjes |
- (verkeer) van richting veranderende, gebogen weg of pad, kromming
- Hij ging veel te snel door de bocht.
- ▸ Zijn er dan toch grenzen aan het sadisme? Wie het haalt tot de laatste bocht naar links, weet het antwoord.[6]
- ▸ In mijn fantasie zat er achter elke boom een beer, klaar om mij te verslinden. Dagen achter elkaar was er niemand te bekennen, waardoor ik me nog kwetsbaarder voelde, en ik begon bij elke bocht hard te zingen om eventuele beren te waarschuwen dat ik eraan kwam.[7]
- brede baai aan de kustlijn
- De Australische Bocht.
- je in allerlei bochten wringen
op een erg ingewikkelde, moeilijke manier je doel bereiken
- • Er zou geen discussie volgen waarin zij zich in allerlei bochten moest wringen om tot een geloofwaardig verhaal te komen. 'Yes,' fluisterde ze. [8]
- te kort door de bocht gaan
veel te snel en makkelijk tot een conclusie komen (die dan ook fout is)
1. gebogen weg of pad
2. een brede baai aan de kustlijn
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bocht | - |
verkleinwoord | - | - |
[B] het bocht o
- geen meervoud (drinken), (informeel), (m.n. alcoholische) drank of andere substantie van slechte kwaliteit
- Dat brouwsel is echt bocht.
- ▸ Neen 'k drink, al werd het mij gegeven,
Geen droppel meer van 't geestrijk vocht;
De sterke drank verkort het leven,
En is toch wel bezien maar bocht.[9] - ▸ Als de huiswijn bocht is, vraag dan om een betere.[10]
- ▸ Ze werd onderbroken door het kokhalzende gesmak van Ilja. 'Godallemachtig, wat is dit voor bocht?'[11]
- Het woord bocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bocht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[12] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bocht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "bocht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bocht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
- ↑ Weblink bron “Honderd en één uitgezochte Gezelschaps-Liederen voor den beschaafden stand” (1860), p. 116
- ↑ Weblink bron Marcy Blum“Trouwen voor Dummies” (2005), Pearson Education, ISBN 9789043010894, p. 142
- ↑ Weblink bron “De overtreder” (2009), Singel Uitgeverijen, ISBN 9789021436098, p. 72
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /boxt/
bocht
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | ||
nominatief | bocht | bocht | bochta |
vocatief | boicht | bocht | bochta |
genitief | boicht | boichte | bocht |
datief | bocht | bocht | bochta |
Vergrotende en overtreffende trap: boichte |