balspel
- bal·spel
- samenstelling van bal en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balspel | balspelen balspellen |
verkleinwoord | balspelletje | balspelletjes |
het balspel o
- (spel) een spel met een of meerdere ballen.
- Rugby en voetbal zijn ieder een vorm van een balspel.
- sport
- balspelen: American football, Australisch voetbal, basketbal, beachvolleybal, biljart, bossaball, bowling, bowls, brikken, cricket, croquet, cyclobal, floorball, Gaelic football, goalball, Golf, handbal, hockey, honkbal, horseball, hurling, ijshockey, jeu de boules, jianzi, kaatsen, kanopolo, kegelen, klootschieten, korfbal, krachtbal, lacrosse, pelota, pool, polo, rugby, Sepak Takraw, snooker, softbal, squash, tafeltennis, tennis, torball, trefbal, unihockey, voetbal, volleybal, vuistbal, waterpolo
1.
- Het woord balspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balspel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be