• soft·bal
enkelvoud meervoud
naamwoord softbal -
verkleinwoord - -

het softbalo

  1. (sport), een op honkbal lijkende balsport waarbij de pitcher echter ondershands werpt, en waarbij gespeeld wordt met een iets grotere bal, op een kleiner veld en met enkele verschillen in de spelregels.
enkelvoud meervoud
naamwoord softbal softballen
verkleinwoord softballetje softballetjes

de softbalm

  1. bal waarmee gesoftbald wordt.
vervoeging van
softballen

softbal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
    • Ik softbal. 
  2. gebiedende wijs van softballen
    • Softbal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
    • Softbal je? 
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be