beachvolleybal
- beach·vol·ley·bal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beachvolleybal | |
verkleinwoord |
het beachvolleybal o
- volleybal dat men speelt op een speelveld met los strandzand op de vloer tussen teams van twee spelers
- Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen zijn door naar de halve finale bij het beachvolleybal. In een Nederlandsonderonsje wonnen ze in twee sets van Reinder Nummerdor en Christiaan Varenhorst: 25-23, 21-17. De wereldkampioenen van 2013 spelen in de halve finale tegen Alison Cerutti en Bruno Oscar Schmidt, de twee thuisfavorieten.[1]
1. volleybal dat men speelt op een speelveld met los strandzand op de vloer ...
vervoeging van |
---|
beachvolleyballen |
beachvolleybal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beachvolleyballen
- Ik beachvolleybal.
- gebiedende wijs van beachvolleyballen
- Beachvolleybal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beachvolleyballen
- Beachvolleybal je?
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord beachvolleybal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC 16 augustus 2016